Een invoering van waterstofgas in ons energiesysteem kan de totale olieconsumptie in het wegverkeer met veertig procent doen afnemen tegen 2050. Dat blijkt uit een Europees onderzoek dat gisteren gepubliceerd werd.
Het HyWays-project bundelt de krachten van bedrijven, onderzoeksinstellingen en overheidsinstanties uit tien Europese landen (Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Italië, Nederland, Noorwegen, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk). Op die manier heeft het een uitgebreide planning samengesteld. Daarin gaat HyWays na welke maatregelen nodig zijn om een grootschalige invoering van waterstof in het wegverkeer te verwezenlijken. Daarnaast behandelt het rapport de mogelijke gevolgen voor de Europese samenleving, economie en het milieu.
De belangrijkste conclusie is dat de fossiele brandstofconsumptie tegen 2050 al met veertig procent teruggedrongen kan worden. Daarvoor moeten overheid en bedrijven wel onmiddellijk maatregelen nemen, wat aanvankelijk een hoop geld zal kosten. Die investeringen zullen op termijn zeker de moeite lonen. Uit eerste simulaties blijkt dat rond 2030 al een break-evenpoint bereikt zal worden. Op dat moment rijden er in Europa ongeveer zestien miljoen wagens op waterstof.
Waar de elektriciteit om waterstof te produceren vandaan moet komen, is nog niet helemaal duidelijk. Alle tien de landen beschouwen aardgas, biomassa en windenergie als de beste methoden. Ook kernenergie wordt door enkele landen als een waardig alternatief beschouwd. Naast Frankrijk, dat berucht is om zijn energiebeleid, zijn Polen, Finland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk voorstander van nucleaire energie. In België is de discussie rond kernenergie nog steeds gaande.
The post Waterstofgas moet olieverbruik in verkeer terugdringen appeared first on ZDNet.be.